Biologisch en conventioneel even goed (of slecht) voor het milieu

Biologisch en conventioneel even goed (of slecht) voor het milieu

9570394696_5c37583571_z

Volgens de communis opinio is biologische landbouw hét antwoord op de destructieve kracht die conventionele landbouw heet. In de supermarkt betalen mensen moeiteloos het dubbele voor biologische producten, maar, hé, dan gaat de natuur er in ieder geval niet zo hard aan. Toch?

Not so fast. Deze maand bracht het Zweedse equivalent van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, een uitgebreid rapport uit waarin de impact op het milieu per kilogram product van conventioneel en biologische landbouw naast elkaar waren gelegd. En wat schetst de verbazing? Biologisch is geenszins beter voor het milieu, de tweestrijd eindigt zelfs in een nipte overwinning   voor conventioneel.

In de studie vergeleken de Zweden de productie van 9 verschillende voedselgroepen, variërend van melk en vlees tot groentes en fruit. De impact van al deze producten werd berekend op de volgende parameters: klimaat, energie, overbemesting, verzuring van de omgeving, ecotoxiciteit, energie- en landgebruik. Zo kwamen de onderzoekers tot meer dan 50 meetpunten, waarvan biologisch op 14 punten beter scoorde, conventioneel op 18, terwijl de rest onbeslist bleef.

Verrassend is bijvoorbeeld dat wat betreft overbemesting biologische landbouw helemaal niet per se beter scoort. ‘Natuurlijke mest’ afkomstig van dieren is zeker niet altijd beter voor het milieu dan kunstmest, soms zelf het tegenovergestelde. Dat komt bijvoorbeeld doordat de verhouding tussen de verschillende mineralen in dierlijke mest moeilijker te controleren is, waardoor er van sommige een overmaat ontstaan, dat vervolgens uitloogt. Moderne kunstmest is bovendien vaak slow release waardoor er minder voedingsstoffen het milieu in verdwijnen. Biologische landbouw heeft daarnaast last van haar lagere opbrengst: per hectare mag er dan minder vervuiling zijn, teruggerekend per kilogram product is dat niet altijd het geval.

Het is ook op landgebruik waar conventioneel de meeste punten scoort. In 2012 berekende Canadese wetenschappers dat het verschil in opbrengst tussen conventioneel en biologische gemiddeld zo’n 20 procent bedraagt. En dat is nog zonder het land dat nodig is voor de productie   van de natuurlijke mest die biologische boeren alleen mogen gebruiken, terwijl de productie van kunstmest nauwelijks ruimte in neemt. Dat meegerekend loopt het verschil in landgebruik op tot 35 procent. Zou je wereldwijd overschakelen op biologische landbouw dan moet er een gebied zo groot als de Amazone plat om net zoveel voedsel te produceren.

Biologisch scoort weer punten op het gebeid van ecotoxiciteit. Biologische boeren mogen geen synthetische bestrijdingsmiddelen gebruiken, en maken vaak innovatief gebruik van natuurlijke bestrijders om hun gewassen te bescheremn. De lagere opbrengst is deel te wijten aan de inefficiëntie hiervan, maar er komt hierdoor wel duidelijk minder gif in het milieu.

De ideale oplossing? Het cliché van ‘best of both Worlds’ zou te makkelijk zijn. Voorstanders van biologische landbouw hebben te maken met een paar taboes die het moeilijker maakt om tot de optimale landbouw te komen. Door de wetenschappelijk ongefundeerde afwijzing van kunstmest, synthetische bestrijdingsmiddelen en genetisch gemodificeerde gewassen zetten ze zichzelf buitenspel in de zoektocht naar de daadwerkelijk meest duurzame manier van voedsel produceren.

Bovendien is land een van de meest schaarse goederen op deze planeet en is de destructie van natuurgebieden voor nieuwe landbouwgrond de belangrijkste reden voor het teruglopen van de biodiversiteit. We moeten ons focussen op een zo efficiënt mogelijke landbouw op zo weinig mogelijk land, zodat er meer ruimte overblijft voor de natuur.

Als de conventionele landbouw het lukt om haar toxiciteitsprofiel naar beneden te brengen, dan komen we richting de meest duurzame manier van landbouw bedrijven. Dat kan door slim af te kijken hoe biologische landbouw natuurlijke bestrijders inzet, maar ook door met behulp van genetische modificatie gewassen te maken die resistent zijn tegen plagen en daardoor minder bestrijdingsmiddelen nodig hebben.

Tekst: Hidde Boersma

Beeld: StateofIsrael

Geplaatst in Blog.