De Groene heeft zich aangesloten bij Covering Climate Now, een initiatief van de Columbia Journalism Review. Naast de publicatie van een aantal nieuwe verhalen brengen ze ook een aantal eerdere klimaatstukken opnieuw onder de aandacht.
Over hoop en radicaliteit
Je kunt klimaatdenkers opdelen in tovenaars en profeten, optimisten en doemdenkers. ‘Laat me uitleggen waarom ik rillingen krijg bij de woordcombinatie “een goed Antropoceen”.’
Door: Hidde Boersma en Jaap Tielbeke
Beste Jaap,
Afgelopen juni was ik samen met een paar mede-ecomodernisten op retraite in een cisterciënzerklooster in Brabant, om te bedenken hoe we onze beweging kunnen uitbreiden. Ik was me er niet van bewust dat de kloosterlevensstijl nog dermate aanwezig was in Nederland: de monniken, bekend van hun trappistenbier, leven in volledige afzondering. Ze komen nooit buiten de poort, praten, behoudens het zevenmaal bidden per dag, nauwelijks, en krijgen weinig mee van wat er in de wereld gebeurt. Hoe zouden zij de wereld zien als ze plots buiten de deur stonden, zonder de last van de (gekleurde) verhalen die wij ons hele leven horen over de staat van de wereld? Zouden ze het verbeterd vinden vergeleken met toen ze het klooster ingingen, of juist niet?
In een van de meer aardse ruimtes, waar wel gepraat mocht worden, hield ik een pleidooi voor durven dromen, voor het durven maken van grote toekomstplannen, voor het durven denken over een herinrichting van Nederland, met meer natuur zonder dat het ten koste gaat van onze voedselzekerheid. Wij Nederlanders zijn altijd goed geweest in grootse plannen: om meer voedsel te kunnen verbouwen en minder last te hebben van het water, polderden we vanaf de zestiende eeuw hele gebieden in. Toen na de Tweede Wereldoorlog de kleine boerenbedrijven een efficiënte voedselproductie in de weg stonden, bedachten we de ruilverkaveling, waarmee duizenden hectaren land van eigenaar wisselden en kavels groter en makkelijker te bewerken werden. We smeedden Vinexwijken, slufters en ecoducten, waarmee we ons land inrichtten zoals wij dat wilden.