Vorige maand ontvouwde Elizabeth Warren, een van de kandidaten voor het Amerikaanse presidentschap haar ideeën over ‘A New Farm Economy’ in het online tijdschrift Medium. Waar Europese sociaaldemocraten zich vooral richten op stadse fratsen, zoals biologisch, lokaal en natuurinclusief, legt deze Amerikaanse sociaaldemocraat de vinger op de gevoelige plek. Volgens haar zijn de problemen in de landbouw alleen op te lossen met ‘supply management’: sturen op productie. Is er een nieuwe Mansholt opgestaan aan de andere kant van de oceaan?
Door: Joost van Kasteren
Op: www.vork.org
Grote ondernemingen nemen de boer van twee kanten in de tang, schrijft Warren. Aan de ene kant moeten ze zich in de schulden steken voor de overname van het bedrijf en de aanschaf van uitgangsmateriaal, meststoffen en machines. Aan de andere kant hebben ze geen enkele invloed op de prijs die ze voor hun producten krijgen. Die wordt bepaald door de afnemers – de voedingsmultinationals en de supermarkten en ligt vaak onder de kostprijs.
Het gevolg is dat de boer nog meer gaat produceren om uit de kosten te komen, waardoor de prijzen nog verder omlaag gaan. De afnemers wrijven zich in de handen, omdat ze steeds minder hoeven te betalen voor hun grondstoffen. En de belastingbetaler draait op voor de subsidies die ervoor moeten zorgen dat de boer niet failliet gaat. De druk om zoveel mogelijk tegen zo laag mogelijke kosten te produceren, leidt bovendien tot vervuiling van het milieu door meststoffen en bestrijdingsmiddelen en aantasting van het landschap. Regelgeving dwingt boeren tot investeren in voorzieningen om die vervuiling in te perken, waardoor zijn kosten nog hoger worden. In de prijs van zijn producten ziet hij die extra kosten niet of nauwelijks terug, omdat de consument niet wil betalen wat de burger eist.