In een opiniestuk in De Volkskrant stellen Olguita Oudendijk (voorzitter Stichting Ecomodernisme) en Joost van Kasteren (wetenschapsjournalist) dat kernenergie een plek verdient aan de klimaattafels. “Het zou toch eeuwig zonde zijn als over twaalf jaar zou blijken dat we in 2018 de verkeerde weg zijn ingeslagen, omdat minister Wiebes en klimaatcoördinator Ed Nijpels besloten hadden om de kennis over kernenergie te weren van de klimaattafels.”
De olifant aan de tafel van Wiebes is … kernenergie
Het volstaat niet in te zetten op wind, zon en biomassa om het CO2-probleem op te lossen.
Door: Olguita Oudendijk en Joost van Kasteren
Minister Eric Wiebes en klimaatcoördinator Ed Nijpels hebben bij de klimaattafels, die ze onlangs hebben opgetuigd, de kernenergiesector in zijn geheel uitgesloten. Het kabinet vestigt daarmee alle hoop op wind, zon en biomassa. De vraag is of dat verstandig is.
Want, kijk naar Duitsland, dat zet al jaren in op zon, wind en biomassa. Circa 150 miljard euro aan investeringen hebben wel de elektriciteitsprijs voor Duitse huishoudens opgedreven tot anderhalf keer het EU-gemiddelde, maar niet geleid tot vermindering van de CO2-uitstoot. Omdat het niet altijd waait en de zon niet altijd schijnt, blijft een backup noodzakelijk en blijft Duitsland dus afhankelijk van fossiele brandstoffen (bruinkool, steenkool, aardgas en olie).
De Atomaustieg, het stilleggen van kerncentrales, verergert het probleem. Op de nieuwste Energie Transitie Index van het World Economic Forum wordt Duitsland inmiddels voorbijgestreefd door liefst elf landen, waaronder Zweden, Oostenrijk, Denemarken, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Nederland staat hetzelfde scenario te wachten als we alleen inzetten op wind, zon en biomassa. Bovendien hebben wij ook nog te maken met ruimteproblemen. Als we al onze energie willen opwekken met wind, zon en biomassa, is een oppervlakte nodig van ruim drie keer Nederland. Dan is zelfs de Noordzee niet meer groot genoeg.