Op de dag dat Trouw een boekfragment brengt uit Ecomodernisme: Het nieuwe denken over groen en groei, is er elders in de krant een recensie te vinden. “Een prikkelend boek, uitdagend”, schrijft wetenschapsredacteur Joep Engels. “Het dwingt de duurzaam angehauchte lezer zijn of haar ideeën tegen het licht te houden.”
Met hun waardering voor verstedelijking, intensieve landbouw, kernenergie en menselijke inventiviteit trappen de auteurs volgens Engels “tegen de heilige huisjes van de duurzaamheid”. De uitdrukkelijke oproep van de auteurs om te durven twijfelen aan dogma’s en te blijven nadenken wordt met instemming aangehaald.
Maar uiteindelijk wekt Ecomodernisme bij de recensent “steeds meer wrevel” op, doordat de auteurs soms “een karikatuur” zouden maken van de opponenten. Engels: “Niet iedereen die zich zorgen maakt over de klimaatverandering is vegetariër, voorstander van kleinschalige landbouw en tegen gentechnologie. Niet ieder lid van de Duurzame 100 heeft thuis een extra trui aan en zet de verwarming uit, terwijl ‘hij droomt van een sober, laagtechnologisch bestaan op het platteland’.”
Verder wijzen de auteurs er volgens Engels wel op dat het groene gedachtengoed “een geloof” is geworden (dat de mensheid voorschrijft te minderen), maar vergeten ze te erkennen dat ze zelf evengoed “gelovigen” zijn, maar dan van “een andere religie”. Het ecomodernistische vertrouwen in technologische vooruitgang en menselijke inventiviteit ziet Engels eveneens als geloof, want, schrijft hij, ecomodernisten “geloven dat we er ‘iets’ op zullen vinden.”
Lees hier de hele recensie in Trouw (via Blendle, 39 cent).