De landbouw produceert in principe genoeg om iedere wereldburger zijn buikje vol te laten eten. Maar is het allemaal wel even gezond? Recent onderzoek laat zien dat we te veel suiker, granen en vetten produceren en te weinig groenten, fruit en eiwitten. Om op een duurzame manier in de groeiende behoefte aan voedsel te voorzien, zouden we meer moeten sturen op voedingswaarde dan op kilo’s. Kan dat? Joost van Kasteren ging van achter zijn bureau op onderzoek uit.
Door: Joost van Kasteren
Op: www.vork.org
“Het is eigenlijk wel een beetje raar”, zegt Henri de Ruiter. “Van elk verpakt levensmiddel weet je tot op de microgram nauwkeurig wat er in zit aan koolhydraten, eiwitten vetten, mineralen, vitaminen en additieven, maar de voedingswaarde van landbouwgewassen kennen we niet of nauwelijks.” Tijdens zijn promotie-onderzoek aan de universiteit van Aberdeen heeft De Ruiter samen met anderen geprobeerd om die gegevens beter op elkaar af te stemmen. Niet op wereldschaal, maar op nationale schaal; in dit geval de schaal van Groot-Brittannië. Daarbij ging het met name om de voedingswaarde per hectare.
De Ruiter keek naar 23 nutriënten, variërend van macronutriënten zoals koolhydraten, eiwitten en vetten tot micronutriënten waaronder diverse B-vitamines en mineralen zoals koper, ijzer, zink en magnesium. Door gegevens uit landbouwstatistieken te combineren met gegevens over de samenstelling van voedingsmiddelen kon hij vaststellen welke (groepen van) gewassen en dierlijke producten de Britse bevolking de meeste voedingswaarde per hectare opleveren.