Het is moeilijk voor te stellen, maar de trek naar de stad heeft de lucht in China de afgelopen 30 jaar goed gedaan. De steden in China staan bekend om hun smog-probleem, die jaarlijks aan 36 duizend mensen het leven kost. Maar als iedereen op het platteland was blijven wonen, was de luchtvervuiling nog erger geweest. Dat berekenden Chinese wetenschappers van de universiteit van Peking in Science Advances.
De belangrijkste reden is de veranderende manier van koken. In de stad gaat dat op een fornuis, waarbij de energie uit gas of duurzamere brandstoffen wordt gehaald. Op het platteland daarentegen wordt meestal gekookt op hout, vaak op open vuur. Daarbij komt veel fijnstof en andere luchtvervuiling vrij: van alle energiebronnen is hout het meest schadelijk voor de gezondheid per eenheid opgewekte energie. Door de enorme urbanisatie van de afgelopen decennia is er veel minder hout verstookt.
De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat jaarlijks maar liefst 4 miljoen mensen vroegtijdig komen te overlijden door het binnenshuis koken op hout, met name in India en Afrikaanse landen. Vooral vrouwen en jonge kinderen zijn het slachtoffer: ze overlijden aan de gevolgen van bijvoorbeeld een longontsteking of door hart- en vaatziektes.
De zogeheten vergeten “3 miljard” die nog op deze manier kookt, zijn een belangrijke reden waarom ecomodernisten pleiten voor méér energie in de wereld, in plaats van mÃnder. Energieproductie heeft in groene kringen een slechte naam en wordt niet ten onrechte geassocieerd met milieuvervuiling, maar een gebrek aan energie (energy poverty) is minstens zo schadelijk – en niet alleen voor de mens, maar ook voor de natuur. Immers, het koken op hout zorgt ervoor dat er in de wijde omtrek van veel dorpen geen boom meer te vinden is. Intussen maakt meer energie het leven ook comfortabeler.
Het is zeer waarschijnlijk dat de winst door de verstedelijking wat betreft luchtvervuiling in de toekomst nog veel groter wordt. Net zoals Londen, Parijs en Amsterdam in de loop van de twintigste eeuw eerst viezer en daarna schoner werden, zit het er dik in dat Peking, Shanghai en Ghuangzua dezelfde ontwikkeling door gaan maken. Nu al worden de regels voor kolencentrales steeds strenger.
Deze ontwikkeling is een voorbeeld van wat ecomodernisten “ontkoppeling” noemen: waar tijdens de industrialisatie eerst vervuiling en welvaartcreatie hand in hand gaan, koppelen de twee los wanneer een land verschuift naar een diensteneconomie. China wordt daarom naar verwachting de komende tijd rijker én schoner.
De Amerikaanse milieuorganisatie Sierra Club heeft meer over deze studie, inclusief enkele kanttekeningen. Zo hebben de auteurs niet gekeken naar de vervuiling van bijvoorbeeld staal- en cementfabrieken, terwijl de vraag van beide grondstoffen door de urbanisatie enorm is gestegen.