Het beeld van de mens als pest en plaag voor de aarde raakt aardig ingeburgerd. Terwijl we ooit begonnen met de mens door God geschapen, als zijn evenbeeld nog wel. Hoogste tijd voor een herwaardering, betoogt Ralf Bodelier in Trouw.
De mens: meer schepper dan vernietiger
In deze krant lees ik de Duurzame Troonrede van Volkert Engelsman, nummer 1 in de duurzame 100. Engelsman is somber. We helpen het klimaat om zeep, zetten kleuters in Zuidoost-Azië aan het werk en vergiftigen het grondwater en onszelf met landbouwchemicaliën. Het Nederlandse platteland is dood en de regenwormen trekken zich diep in de hard geworden grond terug.
Door: Ralf Bodelier
‘We denderen blind door planetaire grenzen en sociale tekortkomingen heen. Daarmee ondermijnen we ons vermogen om in de toekomst te kunnen produceren. We lijken op een winstverslaafde junk die in zijn roes zijn eigen vitaliteit afbreekt.’ Het kan ook anders, meent Engelsman en geeft één voorbeeld. En dat is Bhutan, een staatje van 800 duizend mensen, hoog in de Himalaya. In Bhutan werd Engelsman gegrepen door ‘de totaal afwijkende visie op de economie’, het afmeten van de vooruitgang aan een ‘bruto-nationaal-geluk-index’ en een landbouw die ‘aanstuurt op 100 procent biologisch’.
Bhutan! Landje met moordcijfers die vier keer hoger zijn dan in Nederland. Waar de levensverwachting tien jaar minder is, de inkomens 16 keer lager liggen en een-derde van alle mensen onder de armoedegrens leeft. Omdat in Bhutan de helft van alle voedsel moet worden geïmporteerd, zou het er goed aan doen de landbouw te intensiveren. Nu leidt de ‘100 procent biologische koers’ van Bhutan waarschijnlijk tot nog lagere landbouwopbrengsten en een verder verlies van welvaart, zo analyseert de bioloog en wetenschapsjournalist Hidde Boersma op de weblog Foodlog.
Terwijl Nederland op nummer tien staat van de democratie-index, komt Bhutan niet hoger dan plaats 107. Zelfs op de World Happiness Index doet Bhutan het niet geweldig. Terwijl Nederland op de wereldwijde gelukslijst een zesde plaats inneemt, staat Bhutan op een 97e plaats.
Het moet wel dramatisch slecht zijn gesteld met onze regenwormen en ons grondwater, wanneer de duurzame nummer 1 ons juist Bhutan ten voorbeeld stelt. Wellicht kunnen we ons troosten met de gedachte dat in Engelsmans universum niet alleen Nederlanders zijn gedegradeerd tot winstverslaafde junks die hun eigen vitaliteit afbreken. In zijn troonrede lijkt hij te spreken over de hele Westerse mens en wellicht zelfs voor de mens in het algemeen, met uitzondering van die in Bhutan.