Juist door ver te reizen help je de wereld
Nu vliegen bereikbaar wordt voor alle lagen van de bevolking, zet de bovenklasse zich er onder het mom van duurzaamheid tegen af. Terwijl verre reizen empathie wekken voor andere culturen en een medicijn zijn tegen etnocentrisme, betoogt Hidde Boersma.
Er stond afgelopen week een opvallende reclame in de Volkskrant. Koning Aap, een reisbureau voor verre reizen, begon zijn advertentie met: ‘Natuurlijk, gewoon thuis blijven is het beste voor de planeet.’ Dat zelfs reclame-uitingen met een verontschuldiging beginnen, geeft wel aan hoezeer de schaamte om te vliegen zich in korte tijd tijd in onze hoofd heeft genesteld. In 2018 was de term vliegschaamte zelfs genomineerd voor ‘woord van het jaar’ en in Zweden, waar dat woord voor het eerst opdook, daalt het aantal vluchten al daadwerkelijk.
Vliegschaamte past in de trend waar minder duurzame activiteiten worden gekoppeld aan schuld: vleesschaamte, baarschaamte, cappuccinoschaamte en nieuw deze week: betonschaamte.
Het is ontegenzeggelijk waar dat vliegen vervuilt: het is op dit moment verantwoordelijk voor ongeveer 3 procent van de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen, maar projecties van klimaatpanel IPCC gaan uit van tussen de 5 en 15 procent bij ongewijzigd beleid.
De stijging komt voor een belangrijk deel op het conto van inwoners van ontwikkelingslanden, voor wie vliegen eindelijk betaalbaar wordt. In 2017 hing een schamele 3 procent van de wereldbevolking in de lucht, de overige 97 procent kan niet wachten om te volgen. Vooral het aantal vakantievluchten neemt toe: nog maar een kwart van de vliegbewegingen is voor zaken. En dus roepen politici, wetenschappers en activisten op minder te vliegen en vaker te kiezen voor een vakantie dicht bij huis.