WePlanet projecteert Oekraïense president Zelensky op onlangs gesloten kerncentrale Grohnde, waarin zij oproepen tot opnieuw opstarten van kernreactor

WePlanet projecteert Oekraïense president Zelensky op onlangs gesloten kerncentrale Grohnde, waarin zij oproepen tot opnieuw opstarten van kernreactor

Donderdag 19 mei projecteerden activisten een 200 meter hoge video van de Oekraïense president Zelensky op de onlangs gesloten kerncentrale Grohnde, waarin zij oproepen tot het opnieuw opstarten van de kernreactor ter vervanging van de invoer van Russische olie en gas.

WePlanet Borrel 26 mei 2022

WePlanet Borrel 26 mei 2022

Er is een nieuwe NGO in town. Een NGO die gelooft in vooruitgang, in inventiviteit van de mens, in modernisering, en voor een eerlijke en duurzame wereld staat: WePlanet. Graag presenteren we WePlanet onder het genot van een drankje, op 26 mei 2022 vanaf 20.00 uur bij LAB 111 aan de Arie Biemondstraat 111 te Amsterdam.

 

Factcheck: Poetin plaatst Duitsland voor energiedilemma | NRC

Factcheck: Poetin plaatst Duitsland voor energiedilemma | NRC

In NRC-artikel ‘Poetin Plaatst Duitsland voor Energiedilemma’ van @nvanverschuer en
@claudiakammer komt @MarcoWuensch aan het woord over kernenergie. De bekende tegenargumenten komen voorbij – en dit is wat er niet klopt.

Volgens Wünsch duurt de ontwikkeling van een kerncentrale heel erg lang. Wind zou sneller zijn. Klopt niet.
Het bouwen van een windenergie-infrastructuur, met een kleinere vermogen dan een moderne kerncentrale, duurt ook tien jaar. [1]

Wind zou goedkoper zijn dan kernenergie. Ook dat klopt niet: wind is alleen goedkoper wanneer het waait. Het waait meestal wel op zee maar niet altijd even hard, en daarom leveren windparken op zee gemiddeld maar 40% tot 60% van hun ontwerpvermogen. Op windstille dagen wil je terugvallen op een betrouwbaar CO2-arm alternatief.

Nederland heeft zoveel potentie voor windenergie dat een kerncentrale niet nodig zou zijn. Klopt niet:
“Hoewel we voor onze elektriciteitsbehoefte op zee een heel eind kunnen komen, is onze volledige energiebehoefte opvangen uit wind onhaalbaar.”

Het is bovendien misleidend om windenergie en kernenergie als uitwisselbare opties tegenover elkaar te zetten. Kernenergie concurreert met fossiel, niet met wind. Ze vullen elkaar prima aan.

Dat zou NRC kunnen hebben voorkomen door niet alleen een verklaard tegenstander van kernenergie te citeren, maar ook een expert op het onderwerp aan het woord te laten.

 

Goed nieuws: kernenergie opgenomen in EU taxonomie

Goed nieuws: kernenergie opgenomen in EU taxonomie

Allereerst: de beste wensen in dit nieuwe jaar. Wij wensen jou een vrij, gezond en energiek 2022 toe!

Het is altijd fijn om goed nieuws te mogen delen. Vrijdag 31 december 2021 werd bekend dat de Europese Commissie voorstelt om Europa’s voornaamste bron van CO2-vrije elektriciteit op te nemen in de zogeheten ’taxonomie’. Met deze taxonomie bepaalt de Europese Commissie welke energiebronnen wel en niet geschikt zijn om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Kernenergie zal daar nu deel van uit gaan maken.

Energiebedrijven en investeerders die zich nu richten op kernenergie lopen minder politieke risico’s en weten zich gesteund door de Europese Unie. Uiteindelijk zal de opname van kernenergie in de taxonomie de prijs van elektriciteit en warmte uit kerncentrales sterk laten dalen.

Wij zijn ontzettend blij met dit voorstel van de Europese Commissie. Het is een historische stap. Toen wij vijf jaar geleden begonnen met het verspreiden van feitelijke kennis over kernenergie, hadden we hier niet van durven dromen. De Europese Commissie heeft duidelijk geluisterd naar wetenschappelijke inzichten over klimaatverandering en de rol die kernenergie kan spelen om deze terug te dringen.

De uitstoot van diverse broeikasgassen over de hele levenscyclus van kernenergie is vergelijkbaar met die van energie uit zon en wind, of zelfs lager. Onlangs nog waarschuwde de Europese Economische Commissie van de VN (UNECE) dat de klimaatdoelen onhaalbaar zijn als kernenergie wordt uitgesloten. En de Technical Expert Group on sustainable finance (TEG) en het Joint Research Center (JRC), de wetenschappelijke dienst van de Europese Commissie, oordeelden respectievelijk dat kernenergie ‘significant’ bijdraagt aan de klimaatstrijd en dat kernafval goed gerecycled en uit het milieu gehouden kan worden, waarmee de gewenste circulaire economie vorm krijgt.

Eerder benoemde het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) en het Internationaal Energie Agentschap (IEA) al nut en noodzaak van kernenergie voor het halen van de klimaatdoelen.

Wanneer het voorstel van de Europese Commissie om kernenergie op te nemen in de taxonomie wordt aangenomen, dan komt een einde aan een lange politieke strijd. Terwijl een steeds grotere groep landen nieuwe kerncentrales bouwt (zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten) of voorbereidingen treft (van Nederland, Finland en diverse landen in Oost-Europa tot dertien landen op het Afrikaanse continent) boden twee landen, Duitsland en Oostenrijk, lange tijd weerstand. Juist in een tijd van stijgende energieprijzen was die houding onverantwoord.

Bovendien wisten de Duitsers te bewerkstelligen dat ook het gebruik van fossiele gassen zoals aardgas is opgenomen in de taxonomie. Duitsland, een van Europa’s grootste CO2-vervuilers, sluit in hoog tempo al haar kerncentrales en valt terug op fossiele energie om de fluctuaties van stroom uit zon en wind op te vangen. Bovendien staat er in het huidige voorstel van de taxonomie dat het gebruik van fossiele gassen mag worden beschouwd als duurzaam, ongelimiteerd in volume, functie en tijd. De enige eis is dat een deel van de resulterende CO2-uitstoot wordt voorkomen, bijvoorbeeld door CO2-afvang en -opslag. Terwijl investeringen in kernenergie tot uiterlijk het jaar 2045 mogen worden goedgekeurd, geldt voor investeringen in het gebruik van fossiele gassen géén einddatum!

Naast het goede nieuws dat kernenergie wordt gelabeld als duurzaam, is labelling van gas als duurzaam een blamage. Niet gas maar kernenergie zou ongelimiteerd moeten worden opgenomen. Nucleaire brandstoffen – waaronder uranium, thorium en het ‘kernafval’ plutonium – zijn breed beschikbaar en praktisch onuitputtelijk. Daarentegen zijn gasvormige fossiele energiebronnen niét breed beschikbaar. Ze raken op afzienbare termijn uitgeput en hun exploitatie veroorzaakt naast ernstige schade aan het milieu ook gevaarlijke geopolitieke spanningen en conflict.

Gelukkig beseffen steeds meer mensen dat kerncentrales niet alleen bijzonder veilig zijn maar ook geen CO2 uitstoten, dat wij met kernenergie beter in staat zijn om de klimaatdoelen sneller én goedkoper te halen!

Onze reactie op de kernenergie positionpaper van Greenpeace

Op 2 december om 14.00 uur zal de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat een hoorzitting houden over de rol van kernenergie als oplossing voor het klimaatprobleem in Nederland.

Wij zijn als stichting blij met de hoorzitting maar erg teleurgesteld over de kwaliteit van enkele ingebrachte positionpapers, met name die van Greenpeace. Deze actiegroep is geworteld in het verzet tegen kernwapens en kernenergie in de jaren ’70. Anno 2020 blijft de organisatie volharden in dat verzet, terwijl niet alleen de nucleaire technologie fundamenteel veranderd is, maar we ook voor een nieuwe, urgente opgave staan. En dat is de klimaatverandering. Stichting Ecomodernisme meent dat Greenpeace selectief shopt in onderzoek en literatuur. De stichting roept op om met open vizier en valide argumenten het debat te voeren met als gemeenschappelijk doelen: een CO2 vrije toekomst, het stabiliseren van de klimaatverandering, het behoud van het mooie Nederlands landschap en de gegarandeerde levering van elektriciteit, ook wanneer de zon niet schijnt en de wind niet waait.

Lees hieronder onze volledige reactie.

EM201202_reactie

 

 

Nederlandse bodems zijn in prima staat

Kwaliteit van Nederlandse bodems kan beter, maar is prima

Het is gewoon geworden om te stellen dat intensieve landbouw de bodem vernielt. Wie echter in de wetenschappelijke literatuur duikt, ziet dat vooroordeel niet bevestigd, schrijven Hidde Boersma en Joost van Kasteren. Het debat over de toekomst van onze landbouw is meer gebaat bij een evenwichtiger opstelling.  

 

De Nederlandse bodem ligt onder vuur. Onlangs bracht de Raad voor de Leefomgeving (RLI) het rapport ‘De bodem bereikt’ uit, waarin het waarschuwde dat het niet goed gaat met de kwaliteit van de Nederlandse bodem, onder andere door te intensief gebruik in de landbouw. Het leverde mediakoppen op als ‘Slechte bodemkwaliteit in Nederland staat het halen van de klimaatdoelen in de weg’ in de Volkskrant en ‘Advies: meer actie nodig om kwaliteit van bodems te verbeteren’, bij de NOS.

Ook Rabobank-bestuursvoorzitter Barbara Baarsma bemoeide zich er mee in een interview in Trouw. Ze noemde de staat van de bodem ‘slecht’ en stelde dat de hoge druk op de bodem, de voedingswaarde van ons eten verlaagt, een stelling die ze in haar recente boek ‘Nederland voedselparadijs’ ook verdedigt. De opinies van het RLI en Baarsma vormen een echo van de verhalen die milieuorganisaties al langer vertolken: door te stellen dat de intensieve landbouw de bodem vernielt, proberen ze het landbouwsysteem in Nederland om te gooien

Maar klopt het ook? Om bij het laatste te beginnen: de voedingswaarde. Baarsma’s opmerking over teruglopende nutriëntgehaltes is rechtstreeks terug te voeren op het RLI-rapport: daar staat een grafiek in met angstaanjagende getallen: spinazie zou nog maar een derde van de vitamine C bevatten vergeleken met 1985, de hoeveelheid magnesium in aardappelen zou gehalveerd zijn sindsdien. Maar wie in de referentielijst op zoek gaat naar de bron komt uit bij de website Herbalvitality.info. Een verkoper van voedingssupplementen. De grafiek staat daar zonder enige wetenschappelijke onderbouwing. Het is zorgwekkend dat het RLI dit als bron gebruikt.

Wie zich in de wetenschappelijk literatuur verdiept, ziet dat het anders ligt

De Canadese wetenschapper Robin Marles verzamelde in 2017 voor het Journal of Food Composition and Analysis alle beschikbare data, en liet allereerst zien dat er weinig betrouwbaar onderzoek is gedaan, maar dat de beschikbare gegevens laten zien dat er nauwelijks verschillen zijn tussen oude en nieuwe gewassen. De inhoud van groente en fruit verschilt veel meer door het klimaat van een bepaald jaar, door toeval, of door het gebruik van andere rassen, dan door een verslechterende bodem. Als er al verschil gemeten wordt, dan is er sprake van het verdunningseffect: recentere gewassen groeien zo snel dat de verhouding koolhydraten versus vitamines en mineralen verandert. Andermaal heeft het niks met bodemkwaliteit van doen.

Dan het grotere plaatje: de algehele bodemkwaliteit. Het rapport van het RLI leunt sterk op werk van het Louis Bolk Instituut, een organisatie met antroposofische inslag, dat zich openlijk hard maakt voor kunstmestloze, biologische landbouw. Wie breder kijkt, ziet ook hier dat het verhaal genuanceerder ligt. Werk van bijvoorbeeld Jan Adriaan Reijneveld van de WUR laat zien dat het organische stofgehalte, een belangrijke indicator van de vruchtbaarheid, in Nederland in zijn geheel niet achteruit loopt, maar stabiel is. Ook werk van de Europese Unie en van de Verenigde Naties geeft de Nederlandse bodem goede scores: er is weinig erosie en degradatie.

Echte problemen doen zich voor op het Afrikaanse continent, waar arme boeren niet de middelen hebben om nutriënten terug te geven aan de bodem na de oogst, in de vorm van (kunst)mest of gewasresten, en landbouw dus een soort roofbouw wordt. Ook droge gebieden het Middellandse Zeegebied en de overgraasde velen van Kazachstan en Australië zijn problematisch.

Voor wie wel eens een Nederlandse boer bezoekt, is dit allemaal geen verrassing. Ze houden de kwaliteit van hun land strak in de gaten. Minstens een keer per jaar komt er iemand langs om het voedingsgehalte van hun bodem te meten en boeren streven er naar om de waarden op zijn minst stabiel te houden. Logisch, want het is een voorwaarde voor goede opbrengsten het jaar erna. Nederlandse boeren zijn doorgaans hoogopgeleid en kundig genoeg om goed op de bodemkwaliteit te letten.

Natuurlijk betekent het niet dat er niks verbeterd kan worden. Verdichting van de grond, door gebruik van te zware machines, is een probleem. Boeren proberen dit voorkomen door minder vaak met machines het land op te gaan, bovendien zijn lichtere, soms zelf onbemande machines in ontwikkeling. Ook het zogenaamde microbioom, het geheel aan klein leven in de bodem, heeft de aandacht. Boeren gebruiken minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest dan 40 jaar geleden om het leven in de bodem te sparen. Ze experimenteren daarnaast met niet-kerende grondbewerking, een manier van landbouwen waarbij ploegen achterwege blijft, zodat het leven in de bodem heel blijft. Veel van deze kennis is nieuw, maar wordt met liefde geïmplementeerd.

Harde uitspraken dat de bodemkwaliteit in Nederland slecht is, dragen bij aan de polarisatie in het landbouwdebat

Het zet het conventionele landbouwsysteem neer als slecht, en de alternatieven als goed. Baarsma rept in haar Trouw-interview over het initiatief ‘Onder het Maaiveld,’ een samenwerking van onder andere het IUCN (dat de rode lijst opstelt), de Vlinderstichting en de ecologen van het NIOO-KNAW, die het tij wel even zullen keren. Het impliceert dat boeren niet zelf in staat zijn hun bodem te beheren, maar dat natuurorganisaties dat wel even zullen doen voor hen. Dat wekt wrevel. Als we de Nederlandse bodem, en de landbouw in zijn geheel willen verduurzamen dan moeten we de samen doen, op basis van eerlijke en gedegen wetenschap.

Hidde Boersma en Joost van Kasteren zijn beide bioloog en verbonden aan Stichting Ecomodernisme.

Nieuw: Studio Ecomodernisme, de podcast

Nieuw: Studio Ecomodernisme, de podcast

Iedere maand een boeiend gesprek over een schone planeet en een goed leven voor iedereen: dat is de opzet van Studio Ecomodernisme. In deze podcast geven we vorm aan deze dialoog door in gesprek te gaan met interessante denkers. Studio Ecomodernisme is een samenwerking tussen Stichting Ecomodernisme en Ecomodernisme.be, het platform van onze Vlaamse strijdmakkers.

Te gast in onze allereerste aflevering is Gerard Govers, geograaf en vicerector aan de KU Leuven. In het debat over de aanpak van klimaatverandering brengt hij een heldere boodschap: we moeten álles doen. Over de sturende rol van de overheid schreef hij onlangs een hoofdstuk in het boek Meer: Hoe overvloed de wereld juist duurzamer en welvarender maakt. In Studio Ecomodernisme – opgenomen in de studio van Urgent.fm, ofwel de studio van de Universiteit Gent – praat gastheer Marco Visscher met Govers over zijn visie over wat de overheid moet doen om de klimaatcrisis te bezweren.

Klik hier om de podcast te beluisteren op uw platform van keuze:   https://podlink.to/StudioEcomodernisme. Vergeet niet te abonneren, zodat u nooit een aflevering mist.

 

Landelijk gebied opnieuw inkleuren

Hoe we de kaart van Nederland opnieuw kunnen inkleuren

Op initiatief van Stichting Ecomodernisme publiceerde een aantal hoogleraren, oud-ministers en andere experts dit voorjaar een open brief over de noodzaak om de hoogproductieve landbouw te concentreren en zo ruimte vrij te maken voor natuur, recreatie, zorg en extensieve vormen van landbouw. Onlangs hebben Rudy Rabbinge, emeritus hoogleraar van de Wageningen Universiteit en Pieter Winsemius, voorheen minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, het plan om het landelijk gebied opnieuw in te kleuren verder uitgewerkt in het tijdschrift Vork. Klik hier om het artikel te lezen.