De discussie over een kerncentrale in Brabant laait op, inclusief het hardnekkige beeld dat kernenergie gevaarlijk is. Van dat beeld moeten we af, zegt mediaonderzoeker Mirjam Vossen.
Dr. Mirjam Vossen is mediaonderzoeker en promoveerde op beeldvorming en framing. Ze onderzocht onder meer hoe Nederlandse media berichten over kernenergie.
Het provinciebestuur wil de weg vrijmaken voor de bouw van een nieuwe kerncentrale in Brabant. Dat plan leidde direct tot een stevige discussie tussen voor- en tegenstanders. Het Brabants Dagblad deed er zaterdag verslag van.
De veiligheid van kerncentrales is in deze discussie een terugkerend thema. Telkens doemt het beeld op dat kernenergie gevaarlijk is. Dat gebeurde bijvoorbeeld met de foto die vrijdag bij het artikel over het Brabantse protest werd geplaatst (zie onderstaande afbeelding). Het was een foto van de centrale in het Belgische Doel. Volgens het onderschrift kampt deze centrale, ‘vlakbij de grens met Nederland’, ‘regelmatig met problemen’. Kernenergie, zo is de onderliggende boodschap, is niet pluis en wij Nederlanders lopen wellicht gevaar.
Hoe zit het dan met de veiligheid van kernenergie? Het zal voor velen als een verrassing klinken dat kernenergie – samen met zonne- en windenergie – de veiligste manier is om energie op te wekken. Onderzoekers becijferden dat kolencentrales per Terrawattuur aan elektriciteit 24,6 doden veroorzaken. Bij biomassa zijn dat 4,6 doden, bij gas 2,6 en bij zonne-, wind- en kernenergie minder dan 1. Deze doden vallen deels door ongelukken in de mijn, of tijdens transport en bouwwerkzaamheden. Maar de grootste boosdoener is luchtvervuiling. Stoppen met gas, biomassa, olie en kolen brandstoffen zou elk jaar drie tot vier miljoen voortijdige sterfgevallen door luchtvervuiling voorkomen.
Kernenergie stoot nauwelijks broeikasgassen uit en is veilig. Maar dat is niet het beeld dat het publiek ervan heeft. De generatie van 50 jaar en ouder -waar ik zelf toe behoor- groeide immers op met het ongeluk in Tsjernobyl. De journaalbeelden met wolken radioactiviteit staan diep in onze geheugens gegrift.
Maar Tsjernobyl is niet de enige verklaring voor ons scheve beeld van kernenergie. Kerncentrales melden -anders dan kolencentrales, chemische fabrieken of windparken- elk incident, ook wanneer er geen enkel risico voor de omgeving is. Dat betekent dat elke storing de krant haalt. Een lek in een waterpijp? De krant neemt het mee. Vertraagde onderhoudswerkzaamheden? Het komt in de krant. De kerncentrale gaat weer in bedrijf? De krant bericht er over. In Nederlandse kranten ging in 2018 maar liefst een derde van alle berichten over kernenergie over kleine incidenten. De lezer kan niet anders dan constateren dat het in kerncentrales doorlopend fout gaat.
De obsessie met de veiligheid van kerncentrales zien we ook rond Fukushima. Vorige maand was het tien jaar geleden dat daar een tsunami plaatsvond. De vloedgolf kostte bijna 16.000 mensenlevens en beukte een kerncentrale kapot. Niemand liet door dat kernongeluk het leven. Toch ging bij de herdenking van de tsunami alle media-aandacht naar de kerncentrale. Geen enkele journalist maakte een verhaal over de slachtoffers van de vloedgolf. Veel berichten gooiden bovendien het dodental van de tsunami (16.000) en de kernramp (0) op één hoop. Het NOS-journaal presteerde het zelfs om de tsunami te beschrijven als een gevóg van het kernongeval. Zo werd opnieuw de suggestie gewekt dat we voor kernenergie moeten vrezen.
Het wordt de hoogste tijd om de risico’s van kernenergie in perspectief te zien. De technologie is net zo veilig als wind- en zonne-energie. Dat zijn de feiten. Laten we deze vooropstellen, om vervolgens te discussiëren over het nut en de haalbaarheid van een kerncentrale in Brabant.
Bron: Brabants Dagblad